Beweging die voor altijd blijft

Krakende vingers, nerveuze gebaren, trillende mondhoeken: iedereen heeft wel een tic. Motus mori vereeuwigt ze tot kunst.

Charlotte De Somviele
maandag 6 december 2021 – De Standaard

https://www.standaard.be/cnt/dmf20211205_98034092

20211206 destandaard recensie mmbrugge charlotte de somviele

Motus mori MUSEUM
Nog tot 12 december in de Poortersloge, Brugge (13-17 uur).

Hoe kunnen we iets vasthouden dat gedoemd is om te verdwijnen? Toen de vader van Katja Heitmann stierf, liet hij niks na. In de weken na zijn begrafenis begon de Duitse choreografe spontaan zijn unieke trekjes te reconstrueren: hoe hij soms tot bloedens toe op zijn hoofd krabde als hij een probleem had, of ’s ochtends altijd met gekruiste benen aan de keukentafel koffiedronk. Zo groeide het idee voor Motus mori: een levend museum voor fysieke herinneringen.
Of ik eens door de kamer wil lopen? Terwijl ik haar instructies volg, imiteert danseres Lea Christensen nauwgezet mijn loopje en de swing van mijn armen. Het voelt wat ¬unheimlich om plots naast je eigen dubbelganger te staan, maar Lea is zo ontwapenend dat je haar meteen vertrouwt. Iedereen die een beweging aan Motus mori wil schenken, krijgt zo’n interview. Zijn er gewoontes die ik van mijn ouders heb overgenomen of die ik met het ouder worden heb verloren? Kan ik mijn favoriete slaaphouding eens laten zien? Een uur lang graaft Lea in mijn fysieke geheugen.
Midden in het gesprek vraagt ze me om in foetushouding met gebalde vuisten op de grond te gaan liggen. ‘Deze beweging komt van een vrouw met parkinson’, fluistert ze. ‘Elke ochtend wordt ze helemaal verkrampt wakker. Ze moet haar vingers eerst langzaam masseren voor ze ze kan losmaken.’ Bijzonder hoe je je door één beweging verbonden voelt met een aftakelende vrouw. Het is kinetische empathie op haar best.

Kinetisch portret

Ondertussen schonken al meer dan 920 mensen een beweging aan het archief, van kleuters tot zwangere vrouwen en bejaarden met een looprek. Na het interview kun je de verzameling bezichtigen. In een slow¬motionchoreografie die vijf uur lang doorloopt, brengen tien dansers de gebaren samen. Op een slip na zijn ze naakt, zodat je elke rimpel en huidplooi kunt zien. Hoe abstracter hun dans, hoe groter de herkenbaarheid. Ook Christensen heeft op basis van ons gesprek een kinetisch portret gemaakt dat ze vervlecht met de 200 andere mensen die ze al in haar lichaam opgeslagen heeft. Ontroerend om jezelf te zien door de ogen van een ander, het is alsof je een privékunstwerk cadeau krijgt.

Het voelt unheimlich om plots naast je eigen dubbelganger te staan

Voor de dansers is het onmogelijk om alle namen en leeftijden te onthouden. Om niemand te vergeten, gaan ze op zoek naar fysieke connecties. De sprongetjes van een energieke baby triggeren bijvoorbeeld de jeugdherinnering van een vrouw die als kind in de lucht werd gegooid. En een trillende lip leidt naar het verhaal van een 94-jarige man die tijdens de oorlog voor de bommen schuilde.

Aan Motus mori kun je overigens niet alleen je eigen bewegingsstijl voor de eeuwigheid afstaan, maar ook die van een dode. ‘Onlangs recreëerden we de bewegingen van een overleden vrouw op vraag van haar mama en partner’, vertelt choreografe Katja Heitmann. ‘En we deden ook al eens een interview met een palliatieve man. Zijn vrienden komen nog vaak naar de tentoonstelling om dicht bij hem te zijn.’ Zo levend worden herinneringen zelden.

English translation:

Movement that stays forever

Creaking fingers, nervous gestures, quivering corners of the mouth: everyone has a tic. Motus mori immortalises them into art.

Charlotte De Somviele
Monday December 6th 2021 – De Standaard

https://www.standaard.be/cnt/dmf20211205_98034092

Motus mori MUSEUM
Until 12 December at the Poortersloge, Bruges (1-5pm).

How can we hold on to something that is doomed to disappear? When Katja Heitmann’s father died, he left nothing behind. In the weeks after his funeral, the German choreographer spontaneously started reconstructing his unique traits: how he sometimes scratched his head until blood when he had a problem, or always drank coffee at the kitchen table in the morning with his legs crossed. That’s how the idea grew for Motus mori: a living museum of physical memories.
Would I like to walk around the room? As I follow her instructions, dancer Lea Christensen meticulously imitates my walk and the swing of my arms. It feels somewhat ¬unheimlich to suddenly be standing next to your own doppelganger, but Lea is so endearing that you immediately trust her. Anyone who wants to donate a move to Motus mori gets such an interview. Are there any habits I inherited from my parents or lost with age? Can I show my favourite sleeping position? For an hour, Lea digs into my physical memory.
In the middle of the conversation, she asks me to lie on the floor in the foetal position with clenched fists. ‘This movement comes from a woman with parkinson’s,’ she whispers. ‘Every morning she wakes up all cramped. She has to massage her fingers slowly before she can loosen them up.’ Extraordinary how a single movement makes you feel connected to a deteriorating woman. It is kinetic empathy at its best.

Kinetic portrait

Meanwhile, more than 920 people already donated a movement to the archive, from toddlers to pregnant women to elderly people with walking frames. After the interview, you can view the collection. In a slow¬motion choreography that runs for five hours, ten dancers bring the gestures together. Except for one slip, they are naked, so you can see every wrinkle and fold of skin. The more abstract their dance, the greater the recognition. Christensen has also created a kinetic portrait based on our conversation, which she intertwines with the 200 other people she has already stored in her body. Moving to see yourself through someone else’s eyes, it’s like being given a private work of art as a gift.

It feels uncanny to suddenly find yourself standing next to your own doppelganger

For the dancers, it is impossible to remember all the names and ages. To avoid forgetting anyone, they look for physical connections. The little jumps of an energetic baby, for instance, trigger the childhood memory of a woman who was thrown in the air as a child. And a trembling lip leads to the story of a 94-year-old man who sheltered from bombs during the war.

To Motus mori, by the way, you can donate not only your own movement style for eternity, but also that of a dead person. ‘Recently we recreated the movements of a deceased woman at the request of her mum and partner,’ explains choreographer Katja Heitmann. ‘And we also did an interview with a palliative man before. His friends still often come to the exhibition to be close to him.’ Memories rarely become that vivid.